Studiesucces voor iedereen! – HR

INHOUD
In 2009 initieerde Hogeschool Rotterdam het programma ‘Studiesucces voor iedereen!’ en zette onder andere in op startgesprekken, een intensieve startperiode, summer schools, studieloopbaanbegeleiding, peer coaching en doelgroep-mentoraten. Het programma is gebaseerd op de theorie “pedagogy of excellence” en streeft ernaar alle studenten van een passende academische en sociale omgeving te voorzien om succesvol het hoger onderwijs in te kunnen stromen. Daarnaast is een netwerk met alle lokale stakeholders opgericht om het succes van het initiatief te waarborgen.

DOEL
Het doel van het programma ‘Studiesucces voor iedereen!’ is om alle studenten, en met name studenten met een migratieachtergrond, te voorzien van een optimale academische en sociale leeromgeving en support om het beste uit zichzelf te kunnen halen. Er is gebruik gemaakt van zowel generieke als specifieke activiteiten die aansluiten op de behoeften van een diverse studentenpopulatie. Het programma is gebaseerd op een holistische aanpak en bevat een verscheidenheid aan activiteiten die allemaal met elkaar in verbinding staan. De reikwijdte is institutioneel en omvat tevens partnerschappen met lokale stakeholders in de stedelijke regio’s die zij willen bereiken (lokale overheidsinstanties, voortgezet onderwijsinstellingen, bedrijven en non-profit organisaties) en samenwerkingsverbanden met soortgelijke instellingen in andere stedelijke regio’s in Nederland.

 

 

DOELGROEP
De doelgroepen van ‘Studiesucces voor iedereen’ zijn alle studenten die zich in willen schrijven bij de Hogeschool Rotterdam en in het bijzonder studenten met een migratieachtergrond die een minderheid vormen binnen de onderwijsinstelling. Studenten met een migratieachtergrond in de stedelijke regio van Rotterdam worden gekenmerkt door een lagere sociaaleconomische positie en ze zijn vaak de eerste in hun familie die gaan studeren aan een hoger onderwijsinstelling. Om deze reden hebben ze vaak meer behoefte aan begeleiding en het ontwikkelen van sociaal en academisch kapitaal om hun weg te kunnen vinden binnen de nieuwe onderwijsomgeving en te kunnen excelleren tijdens hun studie. Het programma richt zich op de stad Rotterdam en haar omgeving. Het programma wordt geïmplementeerd op de volgende niveaus: studenten, management, personeel, curricula en andere onderwijsinstellingen (bijvoorbeeld middelbare scholen). De Hogeschool Rotterdam heeft partnerschappen met lokale stakeholders (zoals lokale overheidsinstanties, bedrijven en non-profit organisaties) opgericht. Het programma is grondig ingebed in de stedelijke context die het als doel heeft te dienen.

AANLEIDING
Het programma is geïnitieerd door het management van de Hogeschool Rotterdam die zich aangespoord voelde door de groeiende (etnische) diversiteit onder de studentenpopulatie en de toenemende kloof tussen de studieprestaties van verschillende groepen binnen de hogeschool. In samenwerking met soortgelijke onderwijsinstellingen in andere stedelijke regio’s in Nederland was de Hogeschool Rotterdam in staat om de urgentie van de situatie bij het Ministerie van Onderwijs te benadrukken. Naar aanleiding hiervan kregen alle deelnemende onderwijsinstellingen extra middelen om interventies te ontwikkelen om studiesucces te bevorderen bij alle studenten en met name studenten met een migratieachtergrond.

De holistische benadering van het ‘Studiesucces voor iedereen’ programma is gebaseerd op een theoretisch kader, genaamd de ‘pedagogy of excellence’. Dit theoretisch kader is geïnspireerd door de ‘critical race theory’ en de ‘pedagogy of the oppressed’. Het theoretisch kader van de ‘pedagogy of excellence’ is ontwikkeld door professor Adolfo Bermeo aan UCLA (USA) in de jaren ‘80 en ‘90. Het heeft onder meer geleid tot meer studiesucces onder studenten en met name onder ondervertegenwoordigde studenten. Twee belangrijke elementen van de ‘pedagogy of excellence’ zijn vertaald naar de Nederlandse onderwijscontext in het programma ‘Studiesucces voor iedereen!’, te noemen:

  • hoge verwachtingen van alle studenten ongeacht hun achtergrond;
  • een hoge mate van support die aansluit bij de behoeften van verschillende studenten rekening houdend met hun ervaringen, diverse achtergronden en voorbereidingsniveaus.

INVLOED VAN EXTERNE FACTOREN
De toenemende studiesucceskloof tussen studenten met een migratieachtergrond en andere studenten heeft geleid tot een gedeeld gevoel van urgentie onder politici, beleidsadviseurs, studenten, docenten en andere professionals binnen hoger onderwijsinstellingen. Dit gevoel van urgentie is ook overgenomen door bedrijven in de regio die op zoek zijn naar talentvolle studenten die het vermogen hebben kritisch na te denken en kunnen functioneren binnen een diverse werkomgeving. Door de politieke discourse, die zich steeds meer naar rechts beweegt, worden interventies specifiek gericht op mensen met een migratieachtergrond vaak als controversieel beschouwd. Bovendien is diversiteit niet alleen zichtbaar op het gebied van verschillende culturele achtergronden, maar bijvoorbeeld ook op het gebied van verschillende sociaaleconomische achtergronden. Vandaar dat dit programma gestructureerd en gepromoot is om álle studenten te ondersteunen. Door het programma neer te zetten als ‘bevordering van academisch succes onder alle studenten’ is het in overeenstemming met regionaal en nationaal beleid. Daarnaast biedt het op deze manier de mogelijkheid om ondersteuning op maat te bieden voor alle studenten waarbij rekening wordt gehouden met verschillende waarden en gebruik wordt gemaakt van de verschillen binnen de studentenpopulatie, zoals gender, culturele achtergrond, seksuele geaardheid, sociaaleconomische status, leerstijlen, enzovoorts

Het Ministerie van Onderwijs heeft het programma voor een bepaalde tijdsperiode gefinancierd, maar heeft als gevolg van verschuivingen in het politieke landschap de financiële ondersteuning stopgezet. Het management van de Hogeschool Rotterdam is de drager van het programma en is erin geslaagd om het programma het uitgangspunt te maken voor beleidsontwikkeling en implementatie. De instellingsbrede implementatie van het programma en de inzet en betrokkenheid van het management zijn de belangrijkste factoren die bijdragen aan het succes van het programma.

PROGRAMMA-ONTWERP EN METHODEN
Het programma ‘Studiesucces voor iedereen’ omvat een verscheidenheid aan activiteiten die met elkaar verbonden zijn en die door de instelling worden geïmplementeerd. Studentbegeleiding (voor, tijdens en na inschrijving) door zowel onderwijsprofessionals als medestudenten vormt de basis van dit programma. Activiteiten die hieraan verbonden zijn zijn studiekeuze workshops voor scholieren aan het voortgezet onderwijs, mentorprogramma’s, summer en autumn schools en intake sessies. Dit kader aan activiteiten biedt een sterk vangnet dat studenten helpt bij het maken van een studiekeuze die aansluit bij hun talenten en ambities, het ontwikkelen van vaardigheden die ze nodig hebben om te excelleren en het opdoen van kennis over bij wie en waar ze terecht kunnen wanneer er problemen ontstaan. Bovendien heeft het programma bijgedragen aan een ‘sense of belonging’ bij verschillende groepen studenten. Tevens maakt de Hogeschool Rotterdam gebruik van verzamelde data op basis van evaluaties om de expertise op het gebied van diversiteit te verhogen bij professionals die werkzaam zijn binnen de hogeschool.

DUURZAAMHEID
Het support en de betrokkenheid van het managementteam van de Hogeschool Rotterdam en de daarmee samenhangende budgettaire verplichtingen heeft geleid tot de institutionalisering van het programma ‘Studiesucces voor iedereen’. Het programma vormt het uitgangspunt voor de ontwikkeling en de uitvoering van beleid binnen de hogeschool. Daarnaast heeft de instelling zijn ‘best practices’ gedeeld met soortgelijke instellingen in Nederland en hebben ze op deze manier anderen geïnspireerd om soortgelijke initiatieven te ontwikkelen.

RESOURCES
In de periode 2007 tot 2013 heeft de Hogeschool Rotterdam het programma gefinancierd met een totaalbedrag van meer dan 30,5 miljoen euro, waarvan 8,5 miljoen euro door het Ministerie van Onderwijs is toegekend en 22 miljoen euro werd bijgedragen door de reguliere fondsen van de Hogeschool Rotterdam. Dit bedraagt ongeveer 1,5% van het totale budget van de universiteit. Een groot percentage werd besteed aan personeelskosten, inclusief het inhuren van studenten als peer coaches. Het programma is niet afhankelijk van vrijwilligers.

De keuze om prioriteit te geven aan het verhogen van studiesucces voor alle leerlingen en zwaar te investeren in het programma, werd op grote schaal ondersteund binnen de universiteit.

RESULTATEN
Op een kwantitatief niveau is de studiesucceskloof tussen studenten met een migratieachtergrond en andere studenten licht afgenomen. Op kwalitatief niveau is gebleken dat het programma heeft bijgedragen aan een ‘sense of belonging’, groeiend academisch zelfvertrouwen en verbeterde vaardigheden die aansluiten op een verbeterde positie op de arbeidsmarkt onder de studenten uit de doelgroepen.

Er zijn verschillende interne en externe evaluaties geweest sinds het begin van het programma in 2006. Al deze evaluaties waren gebaseerd op gemengde methodes en omvatten data over instroom, behoud en uitval van studenten en interviews met studenten, medewerkers en management. De Hogeschol Rotterdam begrijpt dat de trends die ze willen veranderen bijzonder moeilijk en maatschappelijk verankerd zijn en niet alleen beïnvloed worden door de onderwijsinstelling zelf. De instelling is zich ervan bewust dat het een langetermijninvestering vereist, voordat het programma leidt tot meer uitgesproken positieve kwantitatieve gegevens.

Evaluatie van het programma heeft geleid tot verdere stappen die de studiesucceskloof nog dichter bij het hart van de universiteit brengen. Hoge mate van support voor studenten zijn noodzakelijk, maar niet voldoende. Studiesucces is het resultaat van de dagelijkse interactie tussen studenten en professionals. De kwaliteit van die interactie is nu de hoofdzaak van het voortgezette programma binnen de universiteit. De onderstaande projecten geïnitieerd door de Hogeschool Rotterdam tonen dit aan:

Project ‘Functiereeks docenten’
De Hogeschool Rotterdam heeft de functiereeks voor docenten veranderd. Het doel is om te zorgen dat docenten niet meer alleen door coördinerende of onderzoekstaken carrière kunnen maken, maar ook door uitstekende prestaties binnen het klaslokaal. Het project ‘Functiereeks docenten’ geeft in nauwe samenwerking met het onderwijs vorm aan het nieuwe functieprofiel voor docenten. Alle centrale teksten over het werken bij de Hogeschool Rotterdam en wat de hogeschool verwacht van docenten werden aangepast op basis van het programma ‘Studiesucces voor iedereen’ en de organisatiefilosofie van de hogeschool.

Project ‘Didactische kwalificaties van docenten’
Het project ‘Didactische kwalificaties’ richt zich in eerste instantie op aanpassingen en aanvullingen van de opleiding die leiden tot Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), zoals de hogeschool die momenteel aanbiedt aan nieuwe docenten die nog geen didactische kwalificatie hebben. Daarnaast wordt er vanuit het project gewerkt aan een doorgaande lijn en bijbehorende kwalificaties, waarbij de nadruk ligt op de ‘docent in de klas’. Het doel is dat alle docententeams van de hogeschool beschikken over docenten met die didactische kwalificaties die nodig zijn voor goed onderwijs voor studenten met diverse achtergrond en talenten. Inhoudelijk is de nieuwe basiscursus geheel in lijn met het gedachtegoed van het ‘Studiesucces voor iedereen’.

Project ‘Inwerktraject’
Om kwalitatief hoogstaand onderwijs te bieden zijn een hoge mate van binding tussen studenten onderling en tussen de studenten en docenten van belang. De prestatie van de docent is de belangrijkste sleutel om tot deze binding te komen. Om dit te bereiken wil de hogeschool een inspirerend en motiverende werkgever zijn en een goed voorbeeld geven van de manier waarop zij nieuwe medewerkers aan zich bindt, direct vanaf de start van indiensttreding. Het project ‘Inwerktraject’ geeft in nauwe samenwerking met het onderwijs uitvoering aan de verbetering van het huidige inwerkbeleid en inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers.

Project ‘Studieloopbaancoaching’
Goede studieloopbaancoaching (SLC) helpt om de binding met studenten te versterken en het studiesucces en de arbeidsmarktoriëntatie van studenten te bevorderen. De Commissie Kuijpers heeft in 2015 geadviseerd om SLC binnen de hogeschool van een kwaliteitsslag te voorzien om beter aan te kunnen sluiten bij de wensen en behoeften van studenten en docenten. Dit is in 2016 in de Onderwijsvisie vertaald in de ontwikkeling van de professionele identiteit. Het projectteam ‘Studieloopbaancoaching’ geeft invulling aan het advies van de Commissie Kuijpers:

• door netwerkbijeenkomsten en symposia te organiseren;
• door maatwerk-ondersteuning te bieden bij opleidingen om SLC te ontwikkelen;
• door scholing op te zetten en uit te voeren.

Het volgende is tot op heden al bereikt:

• Vijf opleidingen hebben onder begeleiding een compleet nieuw SLC-programma ontwikkeld;
• Acht opleidingen hebben een nieuwe visie en zes opleidingen hebben een projectplan ontwikkeld;
• Het SLC-café, het lerende netwerk en netwerksymposia werden door 168 verschillende deelnemers bezocht.
• Professionaliseringsaanbod is in de HR-academie geïntegreerd. Er zijn 22 docenten getraind die nu als trainer/ambassadeur bij hun opleiding kunnen fungeren.

Project ‘Inclusiviteit’
Het project ‘Inclusiviteit’ richt zich op het bevorderen van studiesucces voor iedere student vanuit didactisch perspectief. Het doel van het project is om de pedagogische en didactische competenties van docenten ten aanzien van inclusief onderwijs te versterken, zodat álle studenten zich thuis en welkom voelen en de Hogeschool Rotterdam van iedereen hoge verwachtingen kan hebben. Het projectteam ‘Inclusiviteit’ verzorgt de professionalisering voor docenten(teams) met de leergang Inclusieve klas, workshops, netwerkbijeenkomsten en informatie over onderzoeken en theorieën.

Het volgende is in het jaar 2016 gerealiseerd:

• een werkgroep van expert docenten en adviseurs heeft opleidingengeholpen bij de professionalisering van een inclusieve pedagogiek en om faciliteerde gesprekken hierover te voeren op decentraal en centraal niveau, met in totaal 26 bijeenkomsten, workshops, presentaties en adviesgesprekken;
• er zijn workshops ‘Taal Ontwikkelend Lesgeven’ georganiseerd bij vier instituten;
• een leerwerkgemeenschap Diversiteit met vertegenwoordigers vanuit alle instituten van lectoren uit relevante kenniscentra, is gestart en heeft een eerste diversiteitscafé (RAC) georganiseerd voor studenten en docenten;
• Theorie, filmmateriaal en casuïstiek over inclusieve didactiek en pedagogiek zijn online beschikbaar gesteld en zijn in toenemende mate gedeeld via Yammer/inclusieve klas.

 

 

Geef een reactie