Stichting Move

WEBSITE
www.stichtingmove.nl

INHOUD
Stichting Move koppelt kinderen uit minder bedeelde wijken die minder voorsprong hebben dan hun leeftijdsgenoten aan studenten. Door hen samen in actie te laten komen in hun eigen omgeving ontdekken deze kinderen wat ze kunnen bereiken en welke impact ze op hun eigen leefomgeving kunnen hebben. De studenten fungeren als rolmodel en begeleiden het project. Tijdens een project ontmoeten de student en de kinderen elkaars wereld: het studentenleven en opgroeien in een minder bedeelde wijk. Het is een proces waarin actief burgerschap wordt gestimuleerd en dat bijdraagt aan het ontwikkelen van kinderen tot actieve burgers met vertrouwen in hun zelforganiserend vermogen. In de projecten van Move krijgen kinderen en studenten samen het eigenaarschap en de verantwoordelijkheid over het bedenken en uitvoeren van hun eigen project. Het project bestaat uit twee onderdelen: een actief uitstapje, waarin de studenten de kinderen meenemen naar het studentenleven en een buurttraject. Move is op dit moment in 10 grote studentensteden actief en heeft sinds de oprichting in 2009 circa 300 Move-projecten met kinderen van basisscholen uit minder bedeelde wijken en studenten uitgevoerd.

DOELGROEP
De doelgroep van de projecten die deel uitmaken van Move zijn kinderen in de leeftijdscategorie 10 tot 13 jaar, woonachtig in minder bedeelde wijken. Deze kinderen zijn veelal afkomstig uit gezinnen met een lage sociaaleconomische status en hebben door hun achtergrond vaak minder voorsprong dan hun leeftijdsgenoten uit een hogere sociaaleconomische klasse. Voor hen is het minder vanzelfsprekend te ontdekken en te ervaren waar ze goed in zijn en hoe ze zelf een bijdrage kunnen leveren aan hun omgeving. Daarnaast komen deze kinderen vaak niet in aanraking met studenten die als rolmodel kunnen fungeren. Move werkt samen met groep 7/8 van een basisschool of bereiken deze kinderen via een buitenschoolse opvang of een andere georganiseerde vorm. Naast de leerlingen vormen ook studenten aan hoger onderwijsinstellingen een doelgroep. Zij nemen vrijwillig de rol van projectleider op zich en doen ervaring op in leiding geven en het managen van projecten.

 

 

DOEL
Het doel van de Move-projecten is om kinderen uit minder bedeelde wijken te laten ontdekken wat ze kunnen bereiken en welke impact ze op hun eigen leefomgeving kunnen hebben. Beide groepen leren elkaars leefwereld kennen en geven gezamenlijk de buurt van deze kinderen een boost. De kinderen ontdekken hoe ze hun talenten kunnen inzetten en verkennen nieuwe sporten, studies, talenten en mogelijkheden. Op deze manier ontdekken ze dat ze de wereld kunnen veranderen en welke mogelijkheden zij hebben in de maatschappij. De concrete doelstellingen na afloop van een project zijn:

  1. De leerlingen hebben hun perspectief verbreed door kennis te maken met studenten;
  2. De leerlingen hebben gezien hoe zij zich actief in kunnen zetten voor hun eigen omgeving;
  3. De leerlingen hebben inzicht gekregen in hun talenten en weten hoe ze die in kunnen zetten.

 De studenten die betrokken zijn bij de projecten van Move nemen vrijwillig de rol van projectleider op zich. In deze rol onderhouden zij onder andere contact met scholen, bedrijven en de gemeente en hebben de mogelijkheid hun talenten te ontdekken en ontwikkelen. Move probeert op deze manier niet alleen kinderen te laten groeien in hun ontwikkeling, maar ook studenten.


AANLEIDING
 

Move is in 2009 opgericht door studenten van roeivereniging Orca in Utrecht. De aanleiding was een succesvol project in de wijk Hoograven, waarbij studenten van deze vereniging contact zochten met de naastgelegen basisschool en de kinderen vroegen na te denken over hun eigen buurt. Na gezamenlijke brainstormsessies gaven de kinderen aan een speeltoestel in de vorm van een vliegtuig te willen in hun buurt. Met behulp van de studenten en maatschappelijk partners is hun idee vervolgens gerealiseerd. Ook namen de studenten de kinderen mee in hun leefwereld door samen te roeien. Deze twee groepen uit de wijk, studenten en kinderen uit een minder bedeelde wijk, die normaal gesproken niet met elkaar in aanraking kwamen, leerden elkaar kennen en zagen wat ze samen konden betekenen voor de buurt. Alle deelnemende partijen, zoals de gemeente, woningcorporatie, school en studenten, toonde enthousiasme over deze samenwerking en het project genereerde landelijke bekendheid. Door dit succes besloten de studenten om Stichting Move op te richten en meer Move-projecten op te zetten in Utrecht, met de ambitie om dit ook in andere steden te doen. De projecten van Move bleken niet alleen succesvol in Utrecht te zijn, maar ook in andere grote studentensteden bleek er behoefte te zijn aan soortgelijke projecten. Inmiddels zijn er projecten opgezet in Utrecht, Amsterdam, Leiden, Groningen, Nijmegen, Delft, Rotterdam, Tilburg, Eindhoven en Enschede.


EXTERNE FACTOREN
De kloof tussen arm en rijk, jong en oud, wit en gekleurd en hoog- en laag opgeleiden blijft toenemen. In de media worden zorgen geuit over de groeiende sociale, culturele en economische ongelijkheid tussen verschillende mensen en groepen. Nu deze maatschappelijke scheidslijnen steeds merkbaarder worden, is het verkleinen van de sociale en culturele kloof steeds meer van belang. Goed onderwijs is de basis van een succesvolle samenleving en kan helpen om achterstanden te verkleinen en talenten te ontwikkelen. De overheid zet om die reden in op de bestrijding van kansenongelijkheid en het stimuleren van talent binnen het onderwijs. Zo heeft het ministerie van OCW de Gelijke Kansen Alliantie opgericht, waarin benoemd wordt dat kinderen met dezelfde talenten recht hebben op gelijke kansen. ‘Ieder kind moet zich ten volle kunnen ontplooien, ongeacht zijn achtergrond, het opleidingsniveau van zijn ouders of hun financiële middelen.’ In het licht van deze maatschappelijke context lijken Move-projecten steeds relevanter te worden. De studenten laten kinderen uit minder bedeelde wijken, zonder de voorsprong van hun leeftijdsgenootjes uit hogere sociaaleconomische klassen, in de projecten ontdekken wat ze kunnen bereiken en welke impact zij op hun eigen (leef)omgeving kunnen hebben. Move probeert op een vernieuwende en positieve manier in te spelen op het politieke en maatschappelijke vraagstuk van de groeiende kloof in de Nederlandse samenleving. Enerzijds door met projecten een bijdrage te leveren aan het verkleinen van de afstand tussen twee groepen met verschillende sociaaleconomische en culturele achtergrond. Anderzijds door kinderen met minder voorsprong inzicht te geven in hun eigen mogelijkheden en hun maatschappelijke participatie te bevorderen.

 

 

PROGRAMMA ONTWERP EN METHODEN
De Move-projecten sluiten aan bij het schooljaar. Om deze reden zijn er twee projectperiodes per jaar. De eerste periode loopt van februari t/m juni en de tweede projectperiode start na de zomervakantie. Gemiddeld doen er 25 kinderen mee per project dat begeleid wordt door een groep van ongeveer 6 studenten. Zij steken samen gemiddeld 300 uur vrijwilligerswerk in het project. De invulling van alle Move-projecten verschilt van elkaar, maar ieder project wordt op dezelfde wijze opgezet en binnen drie tot zes maanden uitgevoerd. Voordat een Move-project van start gaat, is nog niet bekend wat het wijktraject precies inhoudt. Het kader staat vast, maar de invulling is vrij. De werkwijze van de projecten is hiermee volledig bottom-up: gedurende het project bedenken de kinderen onder begeleiding van de studenten wat zij aan willen pakken. Vervolgens wordt hier een plan voor ontworpen dat zij daarna ook samen uitvoeren. Voor het project start krijgen de studenten een uitgebreide training en maken onder begeleiding van Move een werkplan. Daarna brainstormen ze samen met een groep kinderen van een basisschool tijdens vier bedenk- & doesessies over ideeën om hun wijk leuker te maken. Tijdens deze sessies nemen de studenten de klas mee in de praktijk van burgerschapsvorming. Door op democratische wijze te stemmen, wordt uiteindelijk het beste idee gekozen. Met een maatschappelijk partner, zoals de gemeente, een woningcorporatie of een bedrijf, wordt dat idee uiteindelijk uitgevoerd.

Door deze samenwerking ervaren kinderen hoe het proces van idee naar realisatie in de praktijk verloopt. De kinderen ontdekken hoe ze hun talenten kunnen inzetten om het idee te realiseren, een proces waarin actief burgerschap wordt gestimuleerd. Hierdoor krijgen zij de kans om 21st century skills te ontwikkelen die van belang zijn om te kunnen functioneren in de steeds maar veranderende samenleving. In de Move-projecten ontwikkelen de kinderen sociale en culturele vaardigheden, werken ze aan hun probleemoplossende vermogen en leren ze samenwerken en creatief denken. Ze knappen bijvoorbeeld het speelterrein op, organiseren iets leuks voor senioren of houden een sportdag voor de buurt. Het project wordt afgerond met een feestelijke onthulling van het resultaat met de school, de ouders en de buurt. Tijdens het project organiseren de studenten ook een actief uitje waarin ze de kinderen meenemen naar het studentenleven. Ze bezoeken bijvoorbeeld de universiteit of gaan samen sporten.


Uitgelicht project: Oog en Al in Utrecht 

Kinderen uit de wijk Oog in Al in Utrecht delen al sinds ze zich kunnen herinneren hun wijk met bijzondere bewoners. In hun wijk is in de jaren ’90 een asielzoekerscentrum gevestigd. De kinderen van OBS Oog in Al hoefden dan ook niet lang na te denken toen studenten van studievereniging PAP met ze om de tafel gingen om te kijken wat ze voor hun eigen wijk konden betekenen. De kinderen wisten namelijk al snel dat zij graag iets wilden organiseren voor de kinderen die in het asielzoekerscentrum wonen. Ze vroegen zich af waarom zij de kinderen uit het asielzoekerscentrum nooit ontmoeten of met elkaar spelen terwijl ze toch buurtbewoners van elkaar zijn? Aangezien niet alle kinderen uit het asielzoekerscentrum al Nederlands spreken zocht de klas naar een activiteit die ook samen gedaan kan worden zonder dezelfde taal te spreken en dat voor iedereen leuk is om te doen. Hier hoefde de klas niet snel over na te denken: Taarten versieren en opeten! Al snel werden de taken werden verdeeld. Zo moesten er een aantal dingen geregeld worden: uitnodigingen, boodschappenlijstjes, versieringen en spandoeken maken en een speech schrijven om hun gasten welkom te heten. Ondanks alle voorbereidingen was het toch een spannende dag voor de kinderen. In het begin liep het contact tussen de kinderen wat stroef, maar toen het taartenversierfeest eenmaal begon was het ijs snel gebroken. Het overleggen over de versiering ging soms met een paar Nederlandse woordjes, maar vooral via gebaren. Er waren maar liefst twintig vluchtelingenkinderen op bezoek en samen met de klas versierden zij tien prachtige taarten, die aan het eind van de dag bij de toegestroomde ouders en andere bezoekers gretig aftrek vonden.



Thema’s 

Zoals eerder aangegeven is de invulling van alle Move-projecten anders en bedenken de kinderen en studenten tijdens het project zelf wat ze aan willen pakken. Vanuit de gedachte dat kaders duidelijkheid bieden en helpen de creativiteit bij kinderen te bevorderen, wordt binnen de projecten met vijf thema’s gewerkt, waarmee de kinderen en studenten aan de slag kunnen. De kinderen kiezen voorafgaand aan het project, met behulp van hun docent, zelf het thema waar ze mee aan de slag willen. Soms bepaalt een partner het specifieke thema. Dit uitgangspunt zorgt vanaf het begin voor een leidraad wat de kinderen houvast biedt om na te denken over creatieve invullingen die een bijdrage leveren aan hun buurt. De vijf verschillende thema’s waarmee Move werkt zijn:

  • Sport & gezondheid: kinderen vinden het belangrijk dat iedereen in de buurt beweegt en gezond is.
  • Kunst & cultuur: kinderen vinden het belangrijk dat de buurt er mooi uitziet en ze kunnen genieten van muziek, theater en ander vermaak.
  • Ontmoeting & contact: kinderen vinden het belangrijk dat mensen en (verschillende) groepen in de buurt elkaar kennen en met elkaar praten.
  • Natuur & milieu: kinderen vinden het belangrijk dat de buurt schoon, opgeruimd en groen is.
  • Veiligheid & welzijn: kinderen vinden het belangrijk dat iedereen in de buurt zich veilig en fijn voelt en dat ze mensen helpen die het nodig hebben

Training studenten
De studenten worden voorafgaand aan het project door een projectcoördinator van Move getraind en voorbereid op het traject. De eerste training is gericht op hun motivatie en leerdoelen en in deze training krijgen de studenten handvatten om het project te draaien. De structuur van het project wordt doorlopen, de studenten krijgen het Move-handboek waarin alle fasen duidelijk worden beschreven en de planning van het project wordt vastgelegd. De tweede training is een training didactische vaardigheden, zodat ze goed voorbereid de klas in gaan. Gedurende het project worden de studenten intensief gecoacht door de projectcoördinator en vinden er regelmatig evaluaties plaats.

Bedenk- & doe-sessies
Tijdens de vier zogenaamde ‘bedenk- & doesessies’ komen de studenten naar de kinderen toe in hun klas. Tijdens deze sessies werken zij samen toe naar een concreet uitvoerbaar plan voor de buurt. Tijdens de eerste sessie staat kennismaking van de kinderen en studenten centraal. Kinderen vertellen over hun wijk en leven en de studenten nemen de kinderen mee in hun leefwereld door hier over te vertellen of bijvoorbeeld een fotoreportage te laten zien. In een volgende sessie verkennen de kinderen en studenten samen de wijk. Tijdens deze verkenning gaan de kinderen in gesprek met buurtbewoners en lokale ondernemers om te onderzoeken waar in de wijk behoefte naar is. Zo krijgen de studenten inzicht in hoe de kinderen en buurtbewoners hun wijk ervaren en krijgen de kinderen de mogelijkheid hun leefomgeving aan de studenten te laten zien. In de opvolgende sessies ligt de focus op alle ideeën die de kinderen hebben om een bijdrage te leveren aan hun eigen (leef)omgeving. Eerst wordt er gebrainstormd om zoveel mogelijk ideeën te genereren. Vervolgens wordt een top-drie van de leukste en meest haalbare ideeën gemaakt en uiteindelijk één idee gekozen. Dit idee moet voldoen aan een aantal criteria om te zorgen dat het idee ook daadwerkelijk uitgevoerd kan worden. Aan de hand van een profielentest, dat inzicht geeft in de denkvoorkeuren en eigenschappen van de kinderen, worden zij in verschillende rollen verdeeld, passend bij de talenten die zij kunnen inzetten om het idee te realiseren. Tot slot wordt de laatste sessie besteed aan de realisatie van het idee en wordt er een feestelijke afsluiting georganiseerd. Tijdens deze sessie wordt er bijvoorbeeld een ontwerp voor een muurschildering gemaakt of voorbereidingen getroffen voor de organisatie van een schoonmaakactie in de buurt. Voor de feestelijke afsluiting worden door de kinderen zelf uitnodigingen gemaakt en uitgedeeld aan buurtbewoners. Daarnaast ontwerpen de kinderen flyers en posters, die in winkels en buurthuizen in de buurt opgehangen worden. Ook denken zij zelfs na over gezonde hapjes en drankjes en activiteiten die tijdens de feestelijke afsluiting uitgevoerd worden zoals een speech, rap en/of spel.

Uitstapje naar studentenleven
Naast het wijktraject organiseren de studenten een activiteit waarin ze de kinderen meenemen in hun leefwereld als student. Ze gaan bijvoorbeeld samen sporten, brengen een bezoek aan de faculteit of nemen een kijkje in een studentenhuis. Met dit actieve uitstapje naar het studentenleven laten de studenten de kinderen kennismaken met het studentenleven en komen de kinderen op deze manier buiten hun gebaande pad. De activiteit bevat altijd een educatief, cultureel of sportief element en is zo opgezet dat de kinderen worden gestimuleerd om actief deel te nemen. Zo gaan de kinderen vaak mee om een kijkje te nemen op de universiteit, waar zij plaatsnemen in de collegebanken om een mini-college te volgen. Tot de activiteiten behoren onder andere het bijwonen van hoorcolleges en werkcolleges over psychologie, criminologie, rechten en biologie en een bezoek aan een sociëteit, verenigingskamer of studentenhuis. Op deze manier maken studenten kennis met voor hun onbekende studierichtingen. Tevens hebben de leerlingen de mogelijkheid een sportvereniging te bezoeken en sporten zoals roeien, zeilen, tennissen, rugbyen en klimmen uit te oefenen. Het laagdrempelige contact tussen de kinderen en studenten dat tijdens het project ontstaat, helpt de kinderen te ontdekken dat het studentenleven meer inhoudt dan alleen studeren.

Feestelijke afsluiting
Aan het einde van ieder project is er een feestelijke afsluiting, waarbij alle buurtbewoners, ouders, vriendjes en vriendinnetjes en de pers worden uitgenodigd om het eindresultaat te bewonderen. Dit kan een muurschildering of een kunstwerk van opgehaald afval zijn, maar ook een buurtfeest of sporttoernooi voor ouderen. Tijdens de feestelijke afsluiting zorgen de kinderen en studenten samen voor een goed en feestelijk verloop en kunnen ze met trots hun project aan de buurt laten zien. Ook tijdens de feestelijke afsluiting vervullen de kinderen verschillende rollen vanuit hun eigen talenten en zetten zij deze in om deze dag tot een succes te brengen.

 


Uitgelicht project: Kralingen-Crooswijk in Rotterdam  

Al voor de zesde keer opende de Arentschool in Kralingen-Crooswijk haar deuren om een studentencommissie van Move te verwelkomen. Zo was het nu de beurt aan studenten van de Rode Kruis Studentendesk om met groep 8 aan de slag te gaan bij verzorgingstehuis Aafje met als doel: ‘samen sterk tegen voedselverspilling’. “Groep 8 van de Arentschool omschrijven wij als leergierig en enthousiast, maar zeker niet tam”, was de reactie van de studenten na de vier bedenk- & doesessies. Het was voor iedereen dan ook een spannende dag toen het eindelijk tijd was om naar het verzorgingstehuis Aafje te gaan voor de feestelijke afsluiting; zeker toen vanuit het verzorgingstehuis meerdere verzoeken waren gekomen om op deze feestelijke middag de rust een beetje te bewaren. Gelukkig gedroegen de kinderen zich voorbeeldig. De sfeer was ontspannen, de kinderen mengden zich onder de ouderen en zorgden dat alles geheel volgens plan verliep. De kinderen waren helemaal in hun element. Zo werd door vier meiden een presentatie gegeven over voedselverspilling die zij zelf voorbereid hadden. Daarin vertelden zij het plan voor deze feestelijke dag: samen zouden zij shakes maken van groenten en fruit dat anders weggegooid zou worden. “Ook Sy’rai, een meisje dat zich tijdens de voorbereidingen van het project wat afzijdig hield, verbaasde ons allen deze dag”, vertelt één van de trotse studenten na afloop van het project. De manier waarop zij ineens actief de leiding nam en voor een groep van twaalf ouderen shakes stond te maken, was voor iedereen super om te zien.


 

MOVE DRIEHOEK
Voor de projecten van Move wordt er gebruik gemaakt van de Move-driehoek. Move creëert de randvoorwaarden voor het project, koppelt de verschillende partijen en traint en begeleidt de studenten tijdens het gehele project. Uiteindelijk zijn het de kinderen en studenten die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de uitvoering, ondersteund door een maatschappelijk partner.

  • Kinderen

De kinderen hebben de creatieve leiding binnen het project en zij bepalen wat er in de wijk gebeurt. Ze worden geïnspireerd om hun ideeën te realiseren en hun talenten hiervoor in te zetten. De kinderen leren trots te zijn op zichzelf, het resultaat en de wijk. Zo ontdekken zij dat ze de wereld kunnen veranderen.

  • Studenten en studentenverenigingen

De studenten fungeren als rolmodel en begeleiden het project. Zij helpen bij het realiseren van de ideeën van de kinderen. Stichting Move werkt samen met studentenverenigingen, waarbinnen een commissie wordt gevormd van vijf tot acht studenten. Dit kunnen gezelligheidsverenigingen zijn, maar ook studieverenigingen van uiteenlopende studies, zoals milieuwetenschappen, biologie, pedagogiek, sociale geografie of techniek. Er worden ook projecten gestart in samenwerking met studentensportverenigingen. Kinderen maken tijdens het project kennis metvoor hen vaak onbekende sporten als roeien, zeilen, squash of rugby.  

  • Maatschappelijk partner

Een maatschappelijk partner zorgt voor inhoudelijke en/of financiële ondersteuning bij het realiseren van de ideeën van de kinderen. Dit kan een bedrijf, de gemeente, een woningcorporatie of een lokaal fonds zijn. Stichting Move werkt onder andere samen met lokale vestigingen van Albert Heijn die het eten voor het eindfeest sponsoren. Daarnaast werkt Move in Amsterdam samen met het Van Gogh Museum en in Leiden met museum Corpus. Tevens wordt Move ondersteund vanuit het programma ‘Ik Ben Geweldig’ van de Nationale Jeugdraad (NJR). Ook werkt Move in haar projecten graag samen met lokale, maatschappelijke organisaties. Zij hebben kennis over lokale vraagstukken, de doelgroepen en ze weten waar de kansen liggen in de wijk. Voorbeelden hiervan zijn wijkwelzijnsorganisaties Me’kaar, Welzaam en Vooruit in Utrecht en Libertas in Leiden. Tenslotte werkt Move samen met kinderraden, buurthuizen en andere maatschappelijke partners.

Move vindt het belangrijk dat scholen actief betrokken zijn bij de projecten, door tijd te investeren en actief te participeren. Scholen denken mee over hoe de projecten meer impact kunnen hebben in de wijk. Zo wordt er bijvoorbeeld in overleg met hen bekeken welke thema’s belangrijk zijn voor de school en de buurt en worden daarmee kaders geschetst voor het project. De docenten worden betrokken bij de lesopzetten die worden gemaakt door de studenten.


RESULTATEN

De afgelopen jaren heeft Move veel aandacht besteed aan het meten van de impact van de diverse projecten. In 2015 is het eerste impactrapport gepubliceerd waarin aandacht is besteedt aan de waarde van de projecten en het vergroten van deze waarde. In het schooljaar 2016/2017 is er nog uitgebreider aandacht besteed aan de impact van de Move-projecten. Enerzijds om te monitoren of Move met de projecten de beoogde doelen heeft bereikt, anderzijds om de impact van de projecten nog inzichtelijker te maken voor betrokkenen en buitenstaanders. Er zijn interviews gehouden met zowel docenten, studenten als kinderen en onder die laatste groep zijn ook enquêtes afgenomen na afloop van hun Move-project. De uitspraken van docenten, studenten én de kinderen tonen een deel van de impact van de projecten aan. Zo blijkt dat het positieve contact dat tussen de kinderen en studenten veel teweegbrengt, waaronder wederzijdse interesse, leuke gesprekken en waardering voor elkaar.

“We hebben een ontzettend lief berichtje gekregen van de klas dat ze zo dankbaar waren dat we dit samen met hen hebben georganiseerd de afgelopen weken” – Krijn, student Bèta- en Gammawetenschappen.

“We hebben heel veel plezier gehad met de studenten. Ook al kenden we ze eerst nog helemaal niet, op het einde leek het alsof we elkaar al jaren kenden” – 11-jarige Alenya.

De docenten gaven aan dat het samenwerken met studenten uniek is en iets extra’s brengt. Kinderen vinden de aandacht van studenten spannend en bijzonder en er ontstaat een band. Het contact is een verrijking voor zowel de kinderen als studenten en door de gesprekken worden vooroordelen weggenomen. Het laagdrempelige karakter van het contact helpt daarbij en doordat de kinderen ontdekken dat het studentenleven meer inhoudt dan alleen studeren, is ook die wereld toegankelijker en interessanter geworden.

‘De kinderen dachten dat studeren vooral veel bier drinken en een enorm feest is, maar ze hebben nu ook geleerd dat studenten wel erg hard moeten leren en werken” – Lisa, docent groep 8.

“Ik denk dat het bezoek aan de universiteit ze het meeste is bijgebleven. Ja, dat was zo indrukwekkend, dat vonden ze zó geweldig” – Janny, docent groep 6,

Ook voor de studenten blijkt het project vaak een eyeopener te zijn. Zij stappen uit hun studentenbubbel en ervaren hun stad ineens op een heel andere manier.

Door het rapport is tevens een beter inzicht verkregen in welke talenten de kinderen ontwikkelen in de Move projecten.

“De kinderen worden gestimuleerd om samen te werken, samen in discussie te gaan, te brainstormen en te communiceren met elkaar” – Tina, docent groep 7.

Niet alleen worden zij zich bewuster van hun eigen leefomgeving en hun eigen verantwoordelijkheid daarin, zij ontwikkelen ook hun 21st century skills. Zo kwam naar voren dat de kinderen vooral de vaardigheden ideeën bedenken, samenwerken en plannen maken sterk ontwikkelen in een Move-project. Bovendien blijkt een Move-project ook inzicht te geven in het proces van idee naar realisatie, wat een belangrijke vaardigheid is om jezelf te ontwikkelen tot een actieve burger met oog voor hun omgeving.

“Ik heb nu geleerd wat je moet doen als je iets wilt organiseren!” – Miryam, 11 jaar.

Basisschooldocenten geven in interviews aan dat een Move-project van toegevoegde waarde is en dat het betrekken van de school bij de wijk voor hen belangrijk is.

 “We willen meer zijn dan een gebouw in de wijk. Vaak zijn de projecten die de kinderen op school doen ook opgelegd van buitenaf. Move komt juist bij ons om het mét ons te doen” – Docent Sabine (groep 8)

“Het was heel leerzaam voor de kinderen dat je als school en als klas ook gewoon iets kunt doen om de buurt prettiger te maken.” – Docent Janny (groep 6)

De grootste meerwaarde van de projecten ligt volgens docenten bij het eigenaarschap dat de kinderen krijgen over het project. Dat zij zelf de creatieve leiding krijgen zorgt ervoor dat zij trots zijn op het eindresultaat en vooral op zichzelf.

“Ik denk dat de kinderen door het project zelf bewuster zijn geworden van wat ze kunnen betekenen in hun wijk, ook straks zonder Move-project” –  Naomi, student Antropologie.

De betrokken kinderen geven een 8,5 als gemiddeld rapportcijfer voor het gehele Move-project. In 2018 zullen 60 projecten in het voorjaar van start gaan. In de tweede periode, die start na de zomervakantie, worden er nog eens 30 projecten opgezet. Dat betekent dat de Move-projecten in 2018 ruim 2.250 kinderen bereiken waar bijna 550 studenten aan meewerken.

 

Geef een reactie